top of page
Foto van schrijverPieter Van Aerschot

Wijziging aansprakelijkheidsregels vanaf 1 januari 2025: ‘Wat moet je weten als ondernemer?’



De recente wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft een aanzienlijke invloed op de aansprakelijkheid van hulppersonen in België bv. dienstverleners, consultants, bestuurders... Deze verandering raakt de kern van hoe bedrijven omgaan met onderaanneming en heeft verstrekkende gevolgen voor diverse sectoren.

Dit artikel gaat dieper in op de juridische achtergrond van deze wetswijziging en onderzoekt de praktische gevolgen voor het bedrijfsleven vanaf 1 januari 2025. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de specifieke uitdagingen waarmee verschillende beroepsgroepen te maken krijgen door deze nieuwe wetgeving.

 

Juridische achtergrond van de wetswijziging

Quasi-immuniteit van hulppersonen

Hulppersonen of uitvoeringsagenten zijn individuen of organisaties die door iemand anders worden ingehuurd om bepaalde taken of diensten te verrichten. Bijvoorbeeld een aannemer die dienst doet op een onderaannemer, werknemers, bestuurders van vennootschappen, freelancers, consultants etc.

De quasi-immuniteit van een uitvoeringsagent betekent dat deze persoon niet rechtstreeks door de schuldeiser van zijn/haar opdrachtgever aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele schade. Dit komt erop neer dat bv. wanneer een zelfstandige freelancer voor zijn eigen opdrachtgever bijvoorbeeld een fout maakt, de klant van de opdrachtgever de freelancer niet rechtstreeks zal kunnen aanspreken. De opdrachtgever zal de freelancer wel kunnen aanspreken gezien er een contract is tussen hen. De freelancer is dus immuun voor vorderingen van de klant van de opdrachtgever, maar niet voor deze van de opdrachtgever. Daarom spreekt men van quasi-immuniteit. Hetzelfde geldt bv. voor bestuurders die via hun managementvennootschap opdrachten uitvoeren voor derden.

 

Afschaffing van quasi-immuniteit

De wijziging van Boek 6 BW zorgt voor een afschaffing van de quasi-immuniteit van hulppersonen, waardoor een benadeelde voortaan ook de hulppersoon kan aanspreken, zelfs als de schade puur voortvloeit uit een gebrekkige uitvoering van het contract. De wetgever heeft hier verschillende redenen voor. Zo meent de wetgever ondermeer dat de quasi-immuniteit in sommige gevallen onredelijk is voor benadeelden. Een voorbeeld hiervan is een bouwwerf waarbij een onderaannemer fouten maakt, maar de hoofdaannemer failliet gaat. In de huidige situatie kan de bouwheer zich niet tot de onderaannemer richten. Dit leidt dus tot een onredelijk resultaat.

 

Praktische implicaties voor ondernemingen

Herziening van contracten en algemene voorwaarden

De wijziging van Boek 6 BW heeft een aanzienlijke invloed op de aansprakelijkheid van hulppersonen, wat verschillende implicaties met zich meebrengt. Ondernemingen dienen ondermeer hun contracten en algemene voorwaarden grondig te herzien om te anticiperen op de afschaffing van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent. Het is cruciaal om tijdig de uitsluiting van deze verruimde aansprakelijkheid op te nemen in algemene voorwaarden of contracten. Partijen kunnen hun buitencontractuele aansprakelijkheid uitsluiten of beperken in hun contract, behoudens andersluidende wettelijke bepalingen.


Aanpassing van verzekeringsdekking

De nieuwe wetgeving heeft ook gevolgen voor verzekeringen. Het is belangrijk om de definitie van verzekerden zo ruim mogelijk te maken, zodat iedereen die voor een contractspartij werkt onder de dekking valt. Dit omvat werknemers, zelfstandigen, stagiairs, uitzendkrachten en vrijwilligers. Een mogelijk gevolg is een verhoging van de verdedigingskosten die de verzekeraar draagt door meerdere vorderingen. Bestuurdersverzekeringen moeten mogelijk worden heronderhandeld vanwege de uitbreiding van de externe aansprakelijkheid van bestuurders.

 

Risicobeheer en compliance

Een andere implicatie is dat vennootschappen hun risicobeheer dienen aan te passen. In commerciële overeenkomsten is het raadzaam om zowel de aansprakelijkheid van de vennootschap jegens klanten als de buitencontractuele vorderingen van klanten jegens hulppersonen te beperken of uit te sluiten. Voor overeenkomsten tussen een vennootschap en een bestuurder of zelfstandige dienstverlener is het aan te raden een geldige beperking of uitsluiting voor de buitencontractuele aansprakelijkheid op te nemen. De beperking van de buitencontractuele aansprakelijkheid van bestuurders wordt beperkt tot aan de wettelijke grenzen van de bestuurdersaansprakelijkheid.

 

Conclusie

De wijziging van Boek 6 BW heeft een grote impact op de aansprakelijkheid van hulppersonen en brengt aanzienlijke veranderingen met zich mee voor het Belgische bedrijfsleven. De afschaffing van de quasi-immuniteit zorgt ervoor dat onderaannemers, bestuurders en andere hulppersonen direct aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schade. Dit betekent dat bedrijven hun contracten, verzekeringen en risicobeheer grondig moeten herzien om zich aan te passen aan deze nieuwe realiteit.

Voor startups, freelancers en creatieve beroepers die via een vennootschap werken, is het extra belangrijk om alert te zijn op deze veranderingen. Ze moeten hun aansprakelijkheid zorgvuldig afbakenen in overeenkomsten en hun verzekeringsdekking uitbreiden waar nodig. Hoewel de nieuwe wetgeving tot meer rechtsonzekerheid kan leiden, biedt het ook kansen om zakelijke relaties en risicobeheer te versterken. Door proactief te handelen kunnen bedrijven en professionals zich goed voorbereiden op deze juridische ontwikkeling.

 

Contacteer ons


Mr. Franklin blijft de ontwikkelingen binnen dit domein op de voet volgen. Wil je weten hoe je je algmene voorwaarden of contracten kan aanpassen aan de nieuwe wetgeving? Aarzel dan niet om met ons contact op te nemen.


Pieter Van Aerschot

Comments


bottom of page